Examples of using "Выглядит" in a sentence and their dutch translations:
- Hij ziet er blij uit.
- Hij ziet er gelukkig uit.
Hij ziet er jong uit.
Tom ziet er ziek uit.
Nancy ziet er vermoeid uit.
- Het ziet er vreemd uit.
- Het ziet er raar uit.
Het ziet er indrukwekkend uit.
Het ziet er fascinerend uit.
- Het ziet er bekend uit.
- Het komt me bekend voor.
- Het ziet er goed uit.
- Dat ziet er goed uit.
Nancy ziet er erg moe uit.
- Hoe ziet jouw planeet eruit?
- Hoe ziet uw planeet eruit?
- Hoe ziet jullie planeet eruit?
De hond ziet er hongerig uit.
Hij ziet er verdacht uit.
- Ze ziet er eenzaam uit.
- Ze lijkt eenzaam.
Hij ziet er sterk uit.
Hoe ziet ze eruit?
Hij ziet er gezond uit.
Ze ziet er rijk uit.
Ze ziet er moe uit.
Hij ziet er moe uit.
Zij lijkt in de war.
- Hij lijkt verward.
- Hij lijkt in de war.
Ze lijkt gelukkig.
- Tom ziet er bang uit.
- Tom kijkt bang.
Tom ziet er schuldig uit.
- Tom ziet er verward uit.
- Tom kijkt verward.
- Tom ziet er geërgerd uit.
- Tom kijkt geërgerd.
Hij ziet er goed uit.
- Ziet het er oké uit?
- Ziet het er acceptabel uit?
Tom ziet er slaperig uit.
Zij ziet er jong uit.
Emi ziet er gelukkig uit.
Hoe ziet hij eruit?
Alles ziet er normaal uit.
Tom ziet er jong uit.
Tom is knap.
Tom klinkt serieus.
Tom ziet er verschrikkelijk uit.
Dat ziet er duur uit.
Dit ziet er heerlijk uit.
Tom ziet er ziek uit.
Tom ziet er gelukkig uit.
Jane ziet er gelukkig uit.
Deze is mooier.
Tom ziet er jong uit.
Tom ziet er bezorgd uit.
Tom ziet er moe uit.
- Tom ziet er droevig uit.
- Tom kijkt verdrietig.
Tom ziet er waardig uit.
Het ziet er heel moeilijk uit!
Hij ziet er ziek uit.
De berg Fuji ziet er mooi uit bij zonsondergang.
- Onze leraar ziet er heel jong uit.
- Onze lerares ziet er heel jong uit.
Ziet die er zo uit?
En best cool om te zien.
Het gaat als volgt.
Het is toch een beetje hachelijk.
Ze ziet er heel gelukkig uit.
Zijn grootmoeder ziet er gezond uit.
Ze ziet er altijd blij uit.
Hij lijkt wel een skelet.
Hij ziet er heel goed uit.
Deze brug lijkt stevig.
Mijn tante ziet er jong uit.
Nancy ziet er heel moe uit.
Haar zus ziet er jong uit.
Ze ziet er goed uit vandaag.
Hij ziet er erg vermoeid uit.
Deze brug lijkt stevig.
Tom ziet er best vrolijk uit.
Tom ziet er niet bang uit.
Tom ziet er niet oud uit.
Ook Tom lijkt bezorgd.
Tom lijkt het niet druk te hebben.
Deze brug lijkt veilig.
Tom ziet er vandaag moe uit.
Tom ziet er erg gelukkig uit.
Tom ziet er vandaag blij uit.
- Tom ziet er altijd blij uit.
- Tom ziet er altijd gelukkig uit.
Tom ziet er moe uit.
Hij ziet er goed uit voor zijn leeftijd.
Het ziet er een beetje oud en vervallen uit.
Jouw plan lijkt beter dan het mijne.
Hij ziet er niet zo gezond uit.
De berg Fuji ziet er mooi uit bij zonsondergang.
Weet je hoe dat eruit ziet?
- Tom lijkt bijna op een meisje.
- Tom ziet er bijna uit als een meisje.