Examples of using "молодо" in a sentence and their dutch translations:
Hij zag er jong uit.
Hij zag er jong uit.
Zij ziet er jong uit.
Tom ziet er jong uit.
Tom ziet er jong uit.
Tom zag er jong uit.
Mijn tante ziet er jong uit.
Ze zag er heel jong uit.
Hij zag er heel jong uit.
Haar zus ziet er jong uit.
Hij ziet er jong uit.
Ze ziet er jong uit voor haar leeftijd.
Ze ziet er jong uit voor haar leeftijd.
Tom zei dat ik er erg jong uitzag.
Zijn haar is blond en hij ziet er jong uit.
Ze lijkt jong maar eigenlijk is ze ouder dan jij.