Examples of using "Vestida" in a sentence and their dutch translations:
U bent niet goed gekleed.
Ze is altijd in het zwart gekleed.
Ze was in het rood gekleed.
Ze was wit gekleed
Jane was gekleed als een man.
De verpleegster is in het wit gekleed.
- Ze droeg een rode blouse.
- Zij droeg een rode blouse.
- Ik wil u spreken zodra u aangekleed bent.
- Ik wil je spreken zodra je aangekleed bent.
Waarom ben je niet aangekleed?