Translation of "Vestida" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Vestida" in a sentence and their dutch translations:

Você está mal vestida.

U bent niet goed gekleed.

Sempre está vestida de preto.

Ze is altijd in het zwart gekleed.

Ela estava vestida de vermelho.

Ze was in het rood gekleed.

Ela estava vestida de branco.

Ze was wit gekleed

Jane estava vestida de homem.

Jane was gekleed als een man.

A enfermeira está vestida de branco.

De verpleegster is in het wit gekleed.

Ela estava vestida com uma blusa vermelha.

- Ze droeg een rode blouse.
- Zij droeg een rode blouse.

Quero falar com você quando estiver vestida.

- Ik wil u spreken zodra u aangekleed bent.
- Ik wil je spreken zodra je aangekleed bent.

- Por que você não está vestido?
- Por que você não está vestida?

Waarom ben je niet aangekleed?