Examples of using "Piloto" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben piloot.
Tom wil piloot worden.
Tom is een goede piloot.
Ik heb een vriend die piloot is.
De piloot beschreef de scène tot in detail.
Als ik later groot ben, word ik piloot. En wat wil jij worden?
De piloot heeft zich met een parachute gered, maar het wrak is nog kwijt.