Examples of using "Pânico" in a sentence and their dutch translations:
Iedereen raakte in paniek.
Er heerst paniek op de Titanic.
Wie raakte in paniek?
Tom raakte in paniek.
Geen paniek!
- Tom is in paniek.
- Tom is in paniek geraakt.
- Ik panikeerde.
- Ik raakte in paniek.
Tom kreeg een paniekaanval.
Tom probeerde niet in paniek te raken.
Maar het luipaard, duidelijk in paniek, heeft andere ideeën.
De hyena's doen hun best om paniek te zaaien.
Ik wil niet dat u in paniek raakt.
Ik ben in paniek geraakt en ik wist niet wat te doen.
Het eerste dat je doet in zo'n situatie... ...is vechten tegen de paniek.
Ik geraakte in paniek.