Examples of using "Medo" in a sentence and their dutch translations:
Jullie zijn bang.
Wees niet bang.
Wees niet bang.
angst en de emotionele inhoud van angst.
Wees niet bang.
Bent u bang?
Ik ben niet bang.
- U bent bang voor hem.
- Ze zijn bang voor hem.
Ik ben bang voor honden.
Jullie zijn bang voor hem.
- Ik ben bang voor het donker.
- Ik ben bang in het donker.
Ben je bang voor Tom?
Waarom bent u boos?
Wees niet bang.
Zijn wij bang om dood te gaan?
Ik ben bang.
Is Tom bang?
Wees niet bang.
Ik ben bang voor het donker.
Ik ben bang om te vallen.
Ik ben bang voor beren.
- Ik heb schrik van honden.
- Ik ben bang voor honden.
Ik ben bang voor katten.
- Ben je bang voor mij?
- Bent u bang voor mij?
- Zijn jullie bang voor mij?
Heb je hoogtevrees?
Ze kunnen hun angst overwinnen.
Ik ben niet meer bang.
Ik ben bang om alleen te zijn.
Ze zijn bang voor de dood.
Waar ben je bang voor?
Wees niet bang om vragen te stellen.
Ze kunnen hun angst overwinnen.
Ik ben bang om dood te gaan.
Bent u bang?
- Ik heb hoogtevrees.
- Ik heb acrofobie.
Ik ben niet bang.
Tom is bang.
- Ze zijn bang.
- Zij zijn bang.
Ik ben niet meer bang.
- Ik heb schrik van hem.
- Ik ben bang voor hem.
Zijn wij bang voor de dood?
Ik ben bang voor je.
Ik ben niet bang van Tom.
Hij is bang fouten te maken.
Hij is bang fouten te maken.
Wees niet bang om fouten te maken.
Ik ben bang om te gaan.
Ik ben bang voor mijn baas.
Stel maar gerust vragen.
- Ze hadden schrik van de grote hond.
- Ze waren bang voor de grote hond.
Wees niet bang om een fout te maken.
Nachtelijke werelden... ...vol gevaren...
...die angst grotendeels verdwenen was.
Tom was doodsbang.
- Hij is bang voor de zee.
- Hij is bang van de zee.
Ik ben bang om te gaan.
- Ik ben bang voor wilde dieren.
- Ik heb schrik van wilde beesten.
- Ik ben bang van wilde dieren.
Ik ben bang voor katten.
Ze is bang voor katten.
Ik ben bang voor het donker.
Ik ben niet bang.
Ben je bang van de stilte?
Ze zijn bang voor ons.
Ik ben vreselijk bang voor slangen.
Ik ben bang voor spinnen.
Ik ben bang voor aardbevingen.
Ik ben bang voor vleermuizen.
Tom is bang voor het donker.
Ik ben bang voor katten.
- Hebt ge schrik van mij?
- Ben je bang voor mij?
- Bent u bang voor mij?
- Zijn jullie bang voor mij?
Hij is bang voor messen.
Tom was vroeger bang voor honden.
Hij is bang voor de honden.
- Tom is bang van spinnen.
- Tom is bang voor spinnen.
Ben je bang om te sterven?
Ik ben voor niemand bang.
- Ik ben van niets bang.
- Niets maakt me bang.
- Ik ben nergens bang voor.
- Ben je bang voor de dood?
- Bent u bang voor de dood?
- Zijn jullie bang voor de dood?