Translation of "Novembro" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Novembro" in a sentence and their dutch translations:

Meu aniversário é dia dez de novembro.

Mijn verjaardag is op tien november.

O mês de novembro está a acabar.

De maand november loopt ten einde.

Os meses do ano são: janeiro, fevereiro, março, abril, maio, junho, julho, agosto, setembro, outubro, novembro e dezembro.

De maanden van het jaar zijn: januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december.

Janeiro, fevereiro, março, abril, maio, junho, julho, agosto, setembro, outubro, novembro e dezembro são os doze meses do ano.

Januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december zijn de twaalf maanden van het jaar.