Examples of using "Amarelas" in a sentence and their dutch translations:
Bananen zijn geel.
We hebben gele appels.
Bloemen zijn geel.
- Hoeveel gele bloemen zijn daar?
- Hoeveel gele bloemen zijn er?
Dooiers zijn geel.
Een paar ballen zijn geel.
Alle ballen zijn geel.
Rijpe bananen hebben een gele kleur.
In de herfst worden de bladeren geel.
De zaden van deze bomen zijn geel.
We hebben vandaag veel gele vlinders gezien.
Alle bloemen in de tuin zijn geel.
Een banaan is geel.
Alle bladeren aan de boom werden geel.
De tuin stond vol met gele bloemen.
Alle bladeren aan de boom werden geel.
Er zijn geen gele brievenbussen in Denemarken.
Deze groene bladeren worden rood of geel in de herfst.
Nee, de bloemen zijn niet groen, maar rood, wit, geel of blauw.