Examples of using "África" in a sentence and their dutch translations:
Ik kom uit Afrika.
Nijlpaarden leven in Afrika.
- Zuid-Afrika is ver weg.
- Zuidelijk Afrika is ver weg.
Mijn vader is in Afrika.
Hoeveel landen zijn er in Afrika?
Veel kinderen in Afrika sterven van de honger.
Het is net avond in Zuid-Afrika.
Afrika is geen land.
Ik kom uit Noord-Afrika.
Veel mensen in Afrika spreken Frans.
Hij heeft Afrika voorgoed verlaten.
Hoeveel hoofdsteden heeft Zuid-Afrika?
- De mens is afkomstig uit Afrika.
- De mens komt oorspronkelijk uit Afrika.
Madagaskar is het grootste eiland van Afrika.
Toms voorouders kwamen uit Afrika.
Deze diamanten komen uit Zuid-Afrika.
Olifanten leven in Azië en Afrika.
Tom dacht dat Afrika een land was.
Een cycloon door het zuiden van Afrika.
Kijk eens naar de grootte van Afrika in vergelijking met Groenland.
Algerije is het grootste land van Afrika.
Hij ging in 1960 naar Afrika om nooit weer terug te keren.
Eenmaal gekozen tot consul werd Scipio naar Africa gestuurd.
Kunnen we Afrika nou gewoon niet als verloren continent beschouwen?
Zuid-Afrika wordt "Suid-Afrika" genoemd in het Afrikaans.
Afrika is een continent, Groenland niet.
Afrika is een continent, maar Groenland niet.
Dit kleine eiland in Mosselbaai, Zuid-Afrika... ...is de thuisbasis van 4000 Kaapse pelsrobben.
Bekeken door een vaderlandslievende bril lijken de Europeanen uit de 15e en 16e eeuw agenten van een beschavingsmissie in Afrika ten zuiden van de Sahara en Zuid-Amerika, gebieden bewoond door volkeren die zogenaamd geen geschiedenis hebben.