Examples of using "Znamy" in a sentence and their dutch translations:
We kennen hem.
We kennen haar niet.
We kennen hem niet.
Wij kennen jou.
Kennen we elkaar?
We kennen alle gevangenissen in het land.
We kennen alle gevangenissen in het land. Waarom?
De mazelen is een van de meest besmettelijke ziektes die we kennen.
Maar we weten dat een man 40 dagen na een beet stierf... ...omdat hij geen behandeling kreeg. Hij bloedde dood.