Translation of "Urodziny" in Dutch

Wkrótce mam urodziny.

Het is bijna mijn verjaardag.

- Wiesz kiedy Tom ma urodziny?
- Wiesz kiedy są urodziny Tom'a?

- Weet u wanneer het de verjaardag van Tom is?
- Weet je wanneer het de verjaardag van Tom is?

Wczoraj były moje urodziny.

Gisteren was het mijn verjaardag.

Urodziny mam 10. listopada.

Mijn verjaardag is op tien november.

Dziś są twoje urodziny.

- Vandaag is het uw verjaardag.
- Vandaag is je verjaardag.

Cieszę się na urodziny.

Ik verheug me op mijn verjaardag.

Jutro są jej urodziny.

- Morgen is haar verjaardag.
- Morgen is het haar verjaardag.

- Dziś 18 czerwca, urodziny Muiriel!
- Dziś jest 18 czerwca, urodziny Muiriel!

Vandaag is het 18 juni en het is de verjaardag van Muiriel!

Moje urodziny są w lipcu.

Ik verjaar in juli.

Co przygotowujesz Tomowi na urodziny?

Wat koop je voor Toms verjaardag?

Dziś 18 czerwca, urodziny Muiriel!

Vandaag is het 18 juni en het is de verjaardag van Muiriel!

Kupiłem ci długopis na urodziny.

Ik heb een pen als cadeau voor je verjaardag gekocht.

Dostałem od dziadka prezent na urodziny.

Ik heb een cadeau gehad van mijn opa voor mijn verjaardag.

Dziś jest 18 czerwca, urodziny Muiriel!

Vandaag is het 18 juni en het is de verjaardag van Muiriel!

Chciałbym dać mu prezent na urodziny.

Ik zou hem graag een cadeau voor zijn verjaardag willen geven.

Skoro są twoje urodziny, zaśpiewamy ci piosenkę.

Omdat het je verjaardag is, gaan we een lied voor je zingen.

Następnym razem będę obchodzić swoje szesnaste urodziny.

De volgende keer vier ik mijn zestiende verjaardag.

Niestety, moje urodziny są tylko raz do roku.

Helaas ben ik maar één keer per jaar jarig.