Examples of using "Tom'a" in a sentence and their dutch translations:
Ze zijn bang voor Tom.
Ze hebben Tom niet gevonden.
- Wie luistert naar Tom?
- Wie luistert er nou naar Tom?
Waarom hebben ze Tom ontslagen?
Toms grootvader was een slaaf.
- Vraag Tom om het uit te leggen.
- Vraag maar aan Tom om het uit te leggen.
Deze schoenen zijn van Tom.
- Weet u wanneer het de verjaardag van Tom is?
- Weet je wanneer het de verjaardag van Tom is?