Examples of using "Umrzeć" in a sentence and their dutch translations:
Ik wil sterven.
We moeten allen sterven.
Ze moeten sterven.
- Hij moet sterven.
- Hij moet dood.
Laat me sterven.
Ben je niet bang om dood te gaan?
Vergeet niet dat je sterven moet.
Ik wil met Getter Jaani sterven.
Vroeg of laat moeten we allemaal sterven.
- Zijt gij bereid te sterven voor uw idealen?
- Ben je bereid voor je idealen te sterven?
Ik dacht altijd dat een hartaanvaal gewoon de manier was waarop de natuur je vertelt dat je moet sterven.