Examples of using "Boisz" in a sentence and their dutch translations:
Bent u bang?
Waar ben je bang voor?
Ben je niet bang?
- Jullie zijn bang voor hem.
- Jij bent bang voor hem.
- U bent bang voor hem.
Je bent bang voor de dood.
Waar ben je bang voor?
Ben je niet bang om dood te gaan?
- Ben jij niet bang, Tom?
- Ben je niet bang, Tom?