Examples of using "Jedziesz" in a sentence and their dutch translations:
Je rijdt te snel.
Je rijdt te snel.
Waar ga je heen? -Naar Maldonado.
Is het waar dat je in Londen gaat studeren?
Heb je besloten of je met de fiets of met de bus de stad in gaat?
Waar gaan jullie naartoe?
"Waarom ga je naar Japan?" "Om een conferentie in Tokio bij te wonen."