Examples of using "Visitai" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb Boston bezocht.
- Ik ben bij Dan op bezoek geweest.
- Ik bezocht Dan.
- Ik heb een moskee bezocht.
- Ik bezocht een moskee.
Ik bezocht Parijs een lange tijd geleden.
Voor de eerste keer in mijn leven heb ik Rome bezocht.
- Ik bezocht haar in Duitsland.
- Ik heb haar in Duitsland bezocht.