Examples of using "Venuta" in a sentence and their dutch translations:
Ze kwam.
- Waarom kwam ze niet?
- Waarom is ze niet gekomen?
Ze beloofde me te komen.
- Waarom is ze gisteren niet gekomen?
- Waarom kwam ze gisteren niet?
- Ik ben gisteren gekomen.
- Ik kwam gisteren.
Ze kwam alleen.
van die vrede die van binnen komt.
Ze kwam hierheen zodra ze het hoorde.
Voor mij was het vanzelfsprekend dat zij zou komen.
Tom heeft gezegd dat Mary zou komen.
- Zij is er nog niet.
- Ze is nog niet gekomen.
Ik kwam met de bus.
Ik kwam alleen.
Kijk, daar is er een. Ze is naar het water gekomen om te drinken.
Lucy heeft me drie dagen geleden bezocht.
Ik ben de enige die kippenvel heeft gekregen.
Ze kwam me te hulp.
- Ik dacht dat je niet ging komen.
- Ik dacht toch dan je niet ging komen.
De vrouw die gisteren belde is al gekomen.
Hoe ben je op dit gekke idee gekomen?
Ik ben gekomen om met u te spreken.
Ik ben gekomen om Tom te redden.
- Waarom kwam je niet?
- Waarom kwamen jullie niet?
Met wie ben je gekomen?
Hij veronderstelde ten onrechte, dat ze gekomen was om hem te ontmoeten.
Ik ben vorig jaar naar Japan gekomen.
Zodra ze haar 15 eieren heeft gelegd, moet ze terug naar waar ze begon.
Ik ben hier niet gekomen voor haar.
Hoe ben je naar school gekomen?
Ben je met de trein gekomen?
Hoeveel mensen kwamen er naar je feestje?
Zijt ge alleen naar hier gekomen?
- Waarom ben je naar Japan gekomen?
- Waarom zijt ge naar Japan gekomen?
Wanneer ben je naar Parijs gekomen?
Daarom ben ik gekomen.
Er schoot me zojuist een goed idee te binnen.
Bedankt voor het komen.
Je kwam gisteren niet naar school.
Ik wist niet dat je zou komen.
Waarom ben je niet met de bus gekomen?
Dit is de reden waarom ik gisteren niet ben gekomen.
- Dat is de reden waarom ik hier kwam.
- Dat is de reden dat ik hier kwam.