Examples of using "Promise" in a sentence and their dutch translations:
Hij beloofde met haar te trouwen.
- Tom heeft het beloofd.
- Tom beloofde.
Tom beloofde te helpen.
Ze beloofde me te komen.
Tom beloofde Maria te bellen.
Ney was geschokt door het vooruitzicht van een burgeroorlog en beloofde de koning dat hij