Translation of "Spento" in Dutch

- Hai spento il fornello?
- Ha spento il fornello?
- Avete spento il fornello?

Heb je het fornuis uitgezet?

- Il fuoco è spento.
- L'incendio è spento.

Het vuur is uitgegaan.

- Ho spento il computer.
- Io ho spento il computer.

Ik heb de computer afgezet.

- Si è spento ieri.
- Lui si è spento ieri.

Hij is gisteren overleden.

Il fuoco è spento.

- Het vuur is uitgegaan.
- Het vuur ging uit.

Hai spento il fornello?

Heb je het fornuis uitgezet?

Chi ha spento la luce?

- Wie deed het licht uit?
- Wie heeft het licht uitgedaan?

- Tom spense le luci.
- Tom ha spento le luci.

- Tom deed het licht uit.
- Tom deed de lampen uit.
- Tom heeft het licht uitgedaan.

- Tom ha spento le candele.
- Tom spense le candele.

Tom heeft de kaarsen uitgeblazen.

- Tom ha spento la luce.
- Tom spense la luce.

- Tom deed het licht uit.
- Tom heeft het licht uitgedaan.

- E poi ho spento la TV e sono andato a dormire.
- E poi ho spento la TV e sono andata a dormire.

En toen zette ik de tv uit en ging slapen.

Tom e Mary hanno spento le loro lampade da scrivania.

Tom en Maria deden hun bureaulampen uit.

- Tom ha spento la sua lampada da tavolo.
- Tom spense la sua lampada da tavolo.

Tom deed de bureaulamp uit.

- Ha spento la luce ed è andato a letto.
- Spense la luce e andò a letto.

Hij deed het licht uit en ging slapen.