Translation of "Spalla" in Dutch

- Si appoggiava alla sua spalla.
- Lei si appoggiava alla sua spalla.

Ze leunde op zijn schouder.

Mi fa male la spalla.

Ik heb pijn aan de schouder.

- Si guardò indietro sopra la sua spalla.
- Lui si guardò indietro sopra la sua spalla.

Hij keek achterom over zijn schouder.

Un fratello è come una spalla.

Een broer is als een schouder.

Ma un vero viaggio con lo zaino in spalla.

maar een echte reis met bagage en zo.

Lui ha poggiato delicatamente una mano sulla sua spalla.

Teder legde hij zijn hand op haar schouder.

Amavano darsi una pacca sulla spalla quando potevano dire su un bambino,

Ze gaven zich graag een schouderklopje als ze konden zeggen:

La linea fino a quando una ferita alla spalla l'ultimo giorno ha costretto il suo ritorno in Francia.

de linie vast totdat een schouderwond op de laatste dag zijn terugkeer naar Frankrijk dwong.