Examples of using "Sicuro" in a sentence and their dutch translations:
Je bent nu veilig.
Bescherm Tom.
We zijn veilig.
- Ze zijn veilig.
- Zij zijn veilig.
Dat is niet veilig.
Zijn we veilig?
Zo veilig was ze.
Veilig...
Weet je het zeker?
Ik weet het zeker.
- Zeker!
- Zeker weten!
Is het daar veilig?
Veilige reis!
Het is nergens veilig.
Ik weet zeker dat hij komt.
Het is zeker.
Het zal ongetwijfeld gaan regenen.
- Echt?
- Echt waar?
De kinderen zijn veilig.
Voel je je veilig in Australië?
Hij is overmoedig.
We zijn hier niet veilig.
Ik ben zeker dat hij zal slagen.
Tom is veilig.
Tom was er zeker van.
- Hij komt zonder twijfel.
- Hij zal zeker komen.
Ik weet het zeker.
Zit dit boutje goed vast?
Zeker!
We zijn hier veilig.
Deze brug lijkt veilig.
Heb vertrouwen.
Is het nu veilig?
Ik dacht dat ik hier veilig zou zijn.
Ik denk nog steeds dat we veilig zijn.
We zijn hier niet veilig meer.
Maar het is veiliger.
Ik ben zeker dat hij zal winnen.
De katten zijn veilig.
- Hoe weet u dat zo zeker?
- Hoe kunt u daar zo zeker van zijn?
- Weet je het zeker?
- Zijt ge zeker?
- Weet u dat zeker?
- Weten jullie het zeker?
- Ben je zeker?
- Het zal ongetwijfeld gaan regenen.
- Het zal zonder twijfel gaan regenen.
Hij weet zeker dat hij komt.
De prijzen zullen zeker stijgen.
Tom voelde zich veilig.
Ik ben zeker dat hij morgen komt.
Tom weet het nog steeds niet zeker.
Tom was niet veilig.
Ik ben weer veilig.
- Dat is niet veilig.
- Dit is niet veilig.
Ik was niet zeker.
- Je bent veilig.
- U bent veilig.
- Jullie zijn veilig.
- Uw geheim is bij mij in zekerheid.
- Jouw geheim is bij mij in zekerheid.
- Je geheim zal bij mij veilig zijn.
Ik voel me hier niet meer veilig.
Ik weet niet hoe dit gaat branden.
Ik was dat zeker niet.
Het kuiken kan veilig eten.
Ik denk: deze vangt ze zeker.
Ik weet niet zeker of ik dat wil zien.
Weet je zeker dat je dat niet wilt doen?
Dat weet ik vrij zeker.
In deze rivier kan je veilig zwemmen.
Hij zal zeker vanavond niet verschijnen.
Ik ben zeker dat hij zal slagen.
Kijk, dat is een teken dat er eekhoorns zijn.
Maar dan ben je nog niet veilig.
In het donker moet het nu veiliger zijn.
Ik denk dat hij een eerlijk iemand is.
Het zal zonder twijfel gaan regenen.
Ik weet het zeker.
Laten we een veilige schuilplaats zoeken.
Ik weet niet zeker wanneer hij zal komen.
Zijt ge zeker dat ge niets vergeten zijt?
Het zal zonder twijfel gaan regenen.
- Weet u dat zeker?
- Ben je daar zeker van?
- Ben je er zeker van?
- Zijn jullie daar zeker van?
- Weet je dat zeker?
- Weten jullie dat zeker?
Ik ben niet helemaal zeker.
Ik ben er zeker van dat hij zal komen.
Volgens mij is Japan een zeer veilig land.
Ik weet zeker dat je het leuk zult vinden.
Dit heb ik. Voor de vis is geen garantie.
Een goed ankerpunt is cruciaal als je gaat abseilen.
Misschien is ze verpleegkundige. Ik weet het niet zeker.
Dit is niet veilig.
Ik ben er bijna zeker van.
- Ik weet het zeker.
- Ik ben er zeker van.