Examples of using "Qualcuno" in a sentence and their dutch translations:
- Ik zag iemand.
- Ik heb iemand gezien.
Zoekt u iemand?
Zoekt u iemand?
Praat met iemand.
Iemand kwam.
Iemand schreeuwde.
Iemand hoestte.
Iemand lachte.
Iemand greep in.
Iemand heeft gebeld.
Iemand heeft je gezien.
Ben ik iemand vergeten?
- Kan het iemand iets schelen?
- Doet het iemand wat?
- Maakt het iemand uit?
- Geeft iemand erom?
- Interesseert het iemand?
Er belt iemand.
Iemand antwoordde.
- Er werd gebeld.
- Iemand heeft gebeld.
Is hier iemand?
- Iemand heeft me aangeraakt.
- Iemand raakte me aan.
Kan iemand me helpen?
Ken je iemand in Australië?
Iemand roept je.
Ik heb iedereen nodig.
- Werd er iemand vermoord?
- Werd er iemand gedood?
Iemand heeft Tom vermoord.
Iemand heeft Tom vergiftigd.
- Kan iemand me helpen?
- Wil iemand me even helpen?
- Iemand heeft Tom aangevallen.
- Iemand viel Tom aan.
- Iemand ontbreekt.
- Er ontbreekt iemand.
Ik ben verliefd.
Iemand zal dat werk doen.
Is er iemand in het zwembad?
- Ik moet echt iemand slaan.
- Ik moet dringend iemand raken.
Iemand kan het proberen te stelen.
Herken je een van deze juwelen?
- Er klopt iemand aan.
- Iemand klopt op de deur.
Iemand heeft het raam gebroken.
Ik ben iemand.
- Iemand is aan het eten.
- Er is iemand aan het eten.
- Iemand eet.
- Er komt iemand aan.
- Iemand komt.
Er moet iemand spreken.
Is er iemand gewond?
Kijkt er iemand?
- Iemand praat.
- Iemand is aan het praten.
Iemand zingt.
- Er is iemand gestorven.
- Iemand is overleden.
Is daar iemand?
Iemand weet dat.
- Kan iemand me helpen?
- Wil iemand me even helpen?
Heeft iemand contact met hem opgenomen?
Iemand kwam eraan!
- Iemand liegt.
- Er liegt iemand.
- Iemand is aan het liegen.
Iemand heeft haar vergiftigd.
Iemand is gekomen.
Kent een van jullie hen?
Spreekt hier iemand Engels?
Iemand probeerde me te vermoorden.
Iemand speelt piano.
Kan iemand uw verhaal bevestigen?
Ik wil iemand om mee te praten.
Iemand heeft mijn paspoort gestolen.
Ik hoorde net iemand roepen.
Weet iemand waar Tom heen is?
Iemand nam mijn spullen.
Er is iemand aan de deur.
- Iemand, help me a.u.b.
- Iemand, help me even.
- Laat iemand me helpen.
Is er iemand thuis?
Heeft iemand iets gehoord?
Wil iemand een pizza?
Weet iemand waar Tom is?
Er was iemand in het huis.
Iemand chanteert me.
Waarom leert iemand Esperanto?
Iemand thuis?
Wil iemand een biertje?
- Iemand houdt u in de gaten.
- Iemand houdt je in de gaten.
Wil iemand meerijden?
- Is iemand het daar niet mee eens?
- Is iemand het daarmee oneens?
Is daar iemand?
Iemand heeft je gezien.
Thomas wacht op iemand.
Weet iemand hier hoe dit moet?