Examples of using "Lasciarlo" in a sentence and their dutch translations:
- Toms vriendin dreigde hem te verlaten.
- Toms vriendin dreigde ermee hem te verlaten.
Ik moest hem laten gaan.
Ik zette een stap opzij, om hem te laten doorgaan.
Ik kan hem niet alleen laten.
Ik zette een stap opzij, om hem te laten doorgaan.