Translation of "Johnson" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Johnson" in a sentence and their dutch translations:

- La stanza del signor Johnson era vasta.
- La camera del signor Johnson era spaziosa.

- De kamer van mijnheer Johnson was een grote.
- De kamer van mijnheer Johnson was ruim.

- La camera del signor Johnson era grande.
- La stanza del signor Johnson era grande.

De kamer van mijnheer Johnson was een grote.

Qual è il nome del signor Johnson?

Wat is de voornaam van mijnheer Johnson?

La camera del signor Johnson era spaziosa.

De kamer van mijnheer Johnson was ruim.

- La stanza del signor Johnson era una stanza grande.
- La camera del signor Johnson era una camera grande.

- De kamer van mijnheer Johnson was een grote.
- De kamer van de heer Johnson was een grote kamer.

Qual è il nome di battesimo del signor Johnson?

Wat is de voornaam van mijnheer Johnson?

Il signor Johnson è più vecchio di quel che pensavo.

Meneer Johnson is ouder dan ik dacht.