Examples of using "Importa" in a sentence and their dutch translations:
- Maakt dat uit?
- Doet dat ertoe?
- Alles telt.
- Alles doet ertoe.
- Alles is belangrijk.
Doet de waarheid ertoe?
- Kan het iemand iets schelen?
- Doet het iemand wat?
- Maakt het iemand uit?
- Geeft iemand erom?
- Interesseert het iemand?
Niemand geeft er iets om.
Het zal wel.
Het telt.
- Wat maakt het uit?
- Wat doet het ertoe?
Hoe dan ook.
Waarom geef je om haar?
Ik weet dat het je niks kan schelen.
- Het kan me allemaal niet meer schelen.
- Het kan me niet meer schelen.
- Het maakt me niet meer uit.
Ik geef om hem.
- Wie kan het wat schelen?
- Wie maalt erom?
We geven erom.
Mij om het even.
De verkiezingen interesseren mij niet.
Het maakt mij niet uit wie er wint.
Eerlijk gezegd kan het me niet schelen.
Het kan ze niet schelen.
Zij laat mij koud.
- Dat maakt mij niets uit.
- Dat maakt mij niet uit.
Dat interesseert mij niet.
Laat maar!
- Het is niet belangrijk.
- Het maakt niets uit.
- Het doet er niet toe.
- Het maakt me echt niet uit.
- Het kan me echt niet schelen.
- Dat zal me een worst zijn.
- Mij maakt het niet uit.
- Dat maakt mij niets uit.
- Dat kan mij niets schelen.
- Het kan me niet schelen.
- Het maakt me niet uit.
- Het interesseert me niet.
- Wat maakt het uit?
- Wie kan het wat schelen?
- Wie maalt erom?
- Wie geeft erom?
Het maakt niet uit of er een menigte is.
Tom geeft erom.
- Dat is niet belangrijk.
- Dat geeft niets.
Maakt niet uit, tijd voor de lunch.
Het maakt niet uit wat ze gezegd heeft.
- Het maakt niet uit wat je zegt, ik zal niet van gedachten veranderen.
- Het maakt niet uit wat je zegt, ik zal me niet bedenken.
Het maakt niet uit welk team de wedstrijd wint.
Het doet er niet toe hoe iemand sterft, maar hoe hij leeft.
Japan importeert sinaasappelen uit Californië.
Toms bedrijf importeert Braziliaanse koffie.
Of ik een jongen of een meisje ben? Wie maakt dat wat uit?
Het kan Tom niet schelen met wie Mary uitgaat.
Het maakt mijn natuurkundeleraar niet uit als ik de lessen verzuim.
We geven er niet om tot het ons persoonlijk raakt.
Het maakt niet uit of ze haar schuld bekent of niet.
- Dat is niet belangrijk.
- Het is niet belangrijk.
- Het maakt mijn natuurkundeleraar niet uit als ik de lessen verzuim.
- Het maakt mijn leraar fyscia niet uit dat ik de lessen verzuim.
- Het maakt me niet uit.
- Ik vind het niet erg.
Het maakt niet uit waar. Ergens.
In feite maakt het niet uit hoe vaardig je bent in kijken,
Het kan me gewoon niet genoeg schelen.
Tom moet dat nu niet doen.
Het maakt niet uit of de kat zwart is of wit, als ze maar muizen vangt.
Het maakt niet uit of de kat zwart is of wit, als ze maar muizen vangt.