Translation of "Ella" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Ella" in a sentence and their dutch translations:

- Ella verrà presto.
- Verrà presto.

Ze zal straks komen.

- Ella piangeva.
- Piangeva.
- Lei piangeva.

- Ze huilde.
- Ze was aan het huilen.

Ella ha braccia e gambe lunghe.

Ze heeft lange armen en benen.

- A volte ella arriva in ritardo a scuola.
- A volte arriva in ritardo a scuola.

Af en toe komt zij te laat naar school.