Examples of using "Cocomero" in a sentence and their dutch translations:
Heb je een watermeloen gekocht?
Ik eet graag watermeloen.
Kraaien houden van onze watermeloen.
Ik hou van watermeloen.
Ik hou van de smaak van watermeloen.
Ik hou van de smaak van watermeloen.
Een komkommer is verwant aan een watermeloen.