Translation of "Gusto" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Gusto" in a sentence and their dutch translations:

Ha buon gusto.

Zij heeft goede smaak.

Il gusto è buono!

Maar hij smaakt goed.

Ha un gusto dolce.

Het smaakte zoet.

Cercare piacere nel gusto del cibo,

Om plezier op te zoeken, zoals lekker eten,

La medicina ha un gusto amaro.

Dit medicijn smaakt bitter.

È una questione di gusto personale.

- Dat is een kwestie van smaak.
- Het is een kwestie van smaak.

A parte per il gusto di farlo,

Wel, los van de grappen en grollen,

Bisogna avere buon gusto per studiare l'arte.

Voor de studie van kunst is een uitstekend beoordelingsvermogen vereist.

- Mi piace il gusto dell'anguria.
- Adoro il sapore del cocomero.

Ik hou van de smaak van watermeloen.

- È una questione di gusto.
- È una questione di sapore.

Het is een kwestie van smaak.

Che hanno un gusto più dolce e sono più facile da usare

dat een zachtere smaak heeft, makkelijker in gebruik is

È un gusto talmente orribile che non può essere descritto a parole,

Die smaak is zo goor, dat is niet in woorden uit te drukken,

- La medicina ha un gusto amaro.
- La medicina ha un sapore amaro.

- Dit medicijn smaakt bitter.
- Het medicament smaakt bitter.

- Questa mela ha un gusto amaro.
- Questa mela ha un sapore amaro.

Deze appel smaakt zuur.