Examples of using "Csinálta" in a sentence and their dutch translations:
Hij deed het tegenovergestelde.
Tom deed het verkeerd.
Zij moet het gisteren gedaan hebben.
- Wie nam de foto?
- Wie heeft de foto genomen?
- Wie nam de foto?
- Wie heeft de foto genomen?
Zij heeft het helemaal alleen gedaan.
Wie heeft dit gebak gemaakt?
Tom heeft deze foto genomen.
- Hij deed het tegengestelde.
- Hij deed het tegenovergestelde.
Hij had twee uur nodig om zijn huiswerk te maken.
Het was zijn eigen schuld.
en was zo stil mogelijk om niet opgemerkt te worden.
Wie heeft de sneeuwpop gemaakt?
Hij behaalde zijn diploma niet alleen in sociologie maar ook in filosofie.