Examples of using "Próbálj" in a sentence and their dutch translations:
Probeer wat.
Beproef je geluk!
Probeer wakker te blijven.
Probeer te kalmeren.
- Probeer me niet te foppen.
- Probeer me niet om de tuin te leiden.
Probeer me niet na te doen.
- Probeer er alsjeblieft een.
- Probeer er alstublieft een.
Je moet proberen beleefder te zijn.
- Probeer niet te huilen.
- Probeer niet te wenen.
Doe je best.
Probeer niet van onderwerp te veranderen.
- Probeer niet twee dingen tegelijk te doen.
- Probeer geen twee dingen tegelijk te doen.
Probeer niet twee dingen tegelijk te doen.
Probeer niet van onderwerp te veranderen.