Examples of using "Akart" in a sentence and their dutch translations:
Ik vroeg me af wat Tom wou.
Hij wou rijk zijn.
Wat wilde Tom?
Tom wilde geld.
Hij wilde boer worden.
Zij wou hen helpen.
Hij wilde geen oorlog.
Tom verlangde naar wraak.
Hij wou naar de zee rijden.
Hij wou een boek kopen.
Tom wou dat Mary vioolspeelde.
Tom wilde naar Australië.
Tom wou advocaat worden.
Tom wilde verdwijnen.
Tom wilde niet terug.
Tom wilde nog een stukje watermeloen.
Hij wilde slagen.
Hij wou op de rol van de bemiddelaars zinspelen.
Tom wilde niet naast me zitten.
Tom wilde niet naar de dokter gaan.
Tom wilde mij niet geloven.
Niemand wou ons helpen.
Tom wilde geen overuren maken op kerstavond.
Hij wilde niet gaan, ik ook niet.
Ze wou niemand krenken met haar opmerking.
Ik vraag mij af wat de schilder daarmee wilde zeggen.
Ik kan niet uitmaken wat de schrijver probeert te zeggen.
Tom had de moed niet om te doen wat hij wou doen.
en trok het mandje met eten dat ze wilde uit het kastje.
Dat is de reden waarom ze niet meer met hem wil samen zijn.
Het was zo koud dat niemand naar buiten wilde.
Hij opende zijn mond, alsof hij zou spreken, maar zei niets.
Het duurde even, voordat ik begreep wat ze probeerde te zeggen.