Examples of using "írta" in a sentence and their dutch translations:
In zijn brief aan mij had hij geschreven:
Wie heeft Hamlet geschreven?
Wie heeft de brief geschreven?
Wie heeft de Bijbel geschreven?
Hebt u dit boek geschreven?
Hij schreef dat boek toen hij 20 jaar was.
Wie schreef dit gedicht?
- Wie heeft dit boek geschreven?
- Wie schreef dit boek?
Hij schreef deze roman op zijn twintigste.
- Wie schreef deze zin?
- Wie heeft deze zin geschreven?
Jane heeft de brief zelf geschreven.
Wie heeft deze brief geschreven?
Hij schreef dat boek toen hij 20 jaar was.
"Ik weet het, onze situaties verschillen," schreef hij in zijn brief,
Zo ja, van wie komt het, wat zijn hun geloofsbrieven?
- Wie schreef deze twee brieven?
- Wie heeft die twee brieven geschreven?
Wie denk je dat dit briefje geschreven heeft?
Ik weet niet wie deze brief geschreven heeft.
Oscar Wilde schreef het verhaal van 'De Zelfzuchtige Reus' in 1888.
Wie heeft de Bijbel geschreven?
Iemand reageerde op een berichtje: "Ik zal nooit meer spek eten."
- Hebt gij dit boek geschreven?
- Hebt u dit boek geschreven?
- Heb jij dit boek geschreven?
- Hebben jullie dit boek geschreven?