Examples of using "Wusste" in a sentence and their dutch translations:
Niemand wist dat.
Hij wist dat niet.
Ik wist het!
- Niemand wist het.
- Niemand wist dat.
Tom wist het.
Niemand wist het.
Ik wist niets.
Niemand wist het.
Ik wist het.
Ik wist dat hij loog.
- Ik wist het.
- Ik heb het geweten.
Tom wist het.
"Dat wist ik al wel."
Ik wist het niet.
Toen wist ik het.
Niemand wist dat.
Hij wist dat niet.
Hij wist dat niet.
Alleen Obama wist daarvan.
- Op een of andere manier wist Tom het.
- Toch wist Tom het.
- Dat wist ik niet.
- Ik wist dit niet.
Tom wist dat niet.
Ik wist dat je Boston leuk zou vinden.
Ze wist dat John van haar hield.
Niemand wist wat hij moest zeggen.
Ik wist dat je honger zou hebben.
Ik wist niets van uw plan.
denk je: "Ja, maar dat wist ik wel."
Misschien wist zij het antwoord.
Dat wist ik toen niet.
- Ik wist de waarheid al.
- Ik kende de waarheid al.
Ik wist dat al sinds lange tijd.
Niemand wist waar ze was.
Ze wist wat hij dacht.
Die man wist te veel.
Oh! Dat wist ik niet!
Ik wist dat je Australië leuk zou vinden.
Tom wist dat Mary lerares was.
Ik wist dat je Boston leuk zou vinden.
Ik was de enige die ervan wist.
Klaarblijkelijk wist hij alles over mij.
Doordat ik Operation Gladio kende...
Ze wist dat John van haar hield.
Ik wist niet waar het vandaan kwam.
Ik kon nauwelijks zien wie wie was.
Ik wist wel dat je zou komen.
- Ik wist dat ik op je kon rekenen.
- Ik wist dat ge betrouwbaar waart.
Ik wist dat Tom verlegen was.
Ik wist niets van uw plan.
Klaarblijkelijk wist hij alles over mij.
- Ik wist wel dat Tom dorst zou hebben.
- Ik wist dat Tom dorst zou hebben.
Ik had niet door wat ik aan het doen was.
Ik wist dat hij zou accepteren.
Ik wist dat al sinds lange tijd.
Tom wist waarnaartoe te gaan.
Tom wist dat Marie moe was.
Tom wist dat ik verdrietig was.
Ik wist niet dat jij hobo speelde.
Ik wist dat ik je kon vertrouwen.
Hemeltjelief, dat wist ik niet!
In het begin wist ik niet wat te doen.
Ik wist niet wat zeggen tegen haar.
Ze wist nu waar het koekje naartoe was.
Instinctief wist ik dat ik geen wetsuit moest dragen.
Ik wist niet dat je zou komen.
Ik wist dat ik je kon vertrouwen.
Ik wist niet wat te doen.
Ik wist niets.
- Ik wist niet dat hij er was.
- Ik wist het niet, dat ie daar was.
- Ik wist niet dat hij daar was.