1. Home
  2. Translation in context
  3. German-Dutch
  4. Weihnachtskarte

Translation of "Weihnachtskarte" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Weihnachtskarte" in a sentence and their dutch translations:

Tom schickte Maria eine Weihnachtskarte.

- Tom stuurde Maria een kerstkaart.
- Tom heeft Maria een kerstkaart gestuurd.

Hast du ihm schon eine Weihnachtskarte geschickt?

Heb je hem al een kerstkaart gestuurd?

Nicht eine einzige Weihnachtskarte habe ich bekommen.

Ik heb niet één kerstkaartje gekregen.

Tom schickt mir jedes Jahr eine Weihnachtskarte.

- Tom stuurt me elk jaar een kerstkaart.
- Tom stuurt me elk jaar een kerstkaartje.