Translation of "Vorsicht" in Dutch

0.007 sec.

Examples of using "Vorsicht" in a sentence and their dutch translations:

Vorsicht!

- Kijk uit!
- Voorzichtig!
- Let op!
- Wees voorzichtig.
- Pas op!
- Kijk uit.

Okay, Vorsicht.

Pas op.

- Vorsicht!
- Vorsichtig!

- Kijk uit!
- Voorzichtig!
- Let op!
- Geef acht!
- Wees voorzichtig.
- Pas nu op!
- Attentie!
- Opgepast!
- Pas op!
- Kijk uit.

Vorsicht, Stufe!

- Kijk uit waar je loopt!
- Pas op het opstapje!
- Pas op het afstapje!

Vorsicht Steinschlag.

Pas op voor vallende rotsblokken.

Vorsicht, Stufen!

- Kijk uit voor de trappen!
- Let op, trappen!

Vorsicht, Schlangen!

- Voorzichtig, slangen!
- Let op, slangen!

Vorsicht! Zerbrechlich!

Voorzichtig! Breekbaar!

Vorsicht ist geboten.

De garnaal moet oppassen.

Vorsicht vor Taschendieben.

Let op voor zakkenrollers.

Vorsicht, bissiger Hund!

Pas op, de hond bijt!

Vorsicht! Pass auf!

Voorzichtig! Kijk uit!

- Sei vorsichtig!
- Vorsicht!

- Wees voorzichtig!
- Pas op!

- Pass auf!
- Vorsicht!

- Kijk uit!
- Let op!
- Attentie!
- Kijk uit.

- Achtung vor dem Hund!
- Vorsicht, bissiger Hund!
- Vorsicht vor dem Hund!
- Vorsicht vor dem Hunde!

Pas op de hond!

Vorsicht vor dem Hunde!

Pas op de hond!

Vorsicht! Da sind Bodenschwellen.

Let op! Er zijn drempels.

Er riet zur Vorsicht.

Hij raadde aan om voorzichtig te zijn.

- Vorsicht Steinschlag.
- Achtung! Steinschlag!

Kijk uit! Vallende stenen!

- Pass auf!
- Vorsicht!
- Achtung!

- Kijk uit!
- Let op!
- Kijk uit.

Vorsicht! Es ist glatt!

Wees voorzichtig. Het is glad.

- Vorsicht ist besser als Nachsicht.
- Vorsicht ist die Mutter der Porzellankiste.

Voorzichtigheid is de moeder van de porseleinwinkel.

- Vorsicht vor dem Hund!
- Vorsicht vor dem Hunde!
- Warnung vor dem Hunde!

- Pas op de hond!
- Opgepast voor de hond!

- Pass auf!
- Vorsicht!
- Gib Obacht!

- Kijk uit!
- Voorzichtig!
- Let op!
- Geef acht!
- Wees voorzichtig.
- Pas nu op!
- Attentie!
- Opgepast!
- Pas op!
- Kijk uit.

Vorsicht! Das Messer ist scharf.

Pas op. Dat mes is scherp.

Vorsicht ist besser als Nachsicht.

- Voorzichtigheid is de moeder van de porseleinkast.
- Voorzichtigheid is de moeder van de porseleinwinkel.
- Voorkomen is beter dan genezen.
- Beter hard geblazen dan de mond verbrand.
- Je kunt niet voorzichtig genoeg zijn.

- Pass auf!
- Vorsicht! Pass auf!

Voorzichtig! Kijk uit!

Vorsicht beim Tragen von Sonnenblumenöl!

Wees voorzichtig wanneer je zonnebloemolie draagt.

Sie mag wunderschön aussehen, aber Vorsicht.

Het lijkt misschien prachtig, maar let op.

- Vorsicht vor Taschendieben.
- Warnung vor Taschendieben.

Let op voor zakkenrollers.

- Vorsichtig! Bissiger Hund!
- Vorsicht, bissiger Hund!

Pas op, de hond bijt!

- Achtung vor dem Hund!
- Vorsicht, bissiger Hund!
- Vorsicht vor dem Hund!
- Warnung vor dem Hunde!

- Pas op de hond!
- Opgepast voor de hond!

- Vorsicht ist besser als Nachsicht.
- Sicher ist sicher.

- Beter hard geblazen dan de mond verbrand.
- Je kunt niet voorzichtig genoeg zijn.

- Achtung vor dem Hund!
- Vorsicht vor dem Hund!

- Pas op de hond!
- Opgepast voor de hond!

- Vorsicht ist die Mutter der Porzellankiste.
- Immer sachte.

Voorzichtigheid is de moeder van de porseleinwinkel.

- Pass auf!
- Sei vorsichtig!
- Vorsicht!
- Vorsichtig!
- Aufgepasst jetzt!

- Kijk nu uit!
- Pas nu op!

- Sei vorsichtig!
- Seid vorsichtig!
- Seien Sie vorsichtig!
- Gehe vorsichtig zu Werke!
- Lass Vorsicht walten!
- Gehen Sie vorsichtig zu Werke!
- Geht vorsichtig zu Werke!
- Lasst Vorsicht walten!
- Lassen Sie Vorsicht walten!

Wees voorzichtig!

- Pass auf!
- Sei vorsichtig!
- Vorsicht!
- Vorsichtig!
- Achtung!
- Hört, hört!

Attentie!

- Pass auf!
- Sei vorsichtig!
- Vorsicht!
- Vorsichtig!
- Seien Sie vorsichtig.

Wees voorzichtig.

- Vorsicht ist besser als Nachsicht.
- Vorbeugen ist besser als heilen.

Voorkomen is beter dan genezen.

- Pass auf!
- Sei vorsichtig!
- Vorsicht!
- Vorsichtig!
- Bitte aufpassen!
- Achtung!
- Seien Sie vorsichtig.

- Kijk uit!
- Voorzichtig!
- Let op!
- Pas op!

- Pass auf!
- Sei vorsichtig!
- Vorsicht!
- Sieh dich vor!
- Gib Obacht!
- Gib Acht!
- Gib acht!
- Sei achtsam.

- Kijk uit!
- Voorzichtig!
- Let op!
- Wees voorzichtig.
- Pas op!
- Kijk uit.

- Pass auf!
- Sei vorsichtig!
- Vorsicht!
- Vorsichtig!
- Sieh dich vor!
- Gib Obacht!
- Gib Acht!
- Sei auf deiner Hut!

- Kijk uit!
- Voorzichtig!
- Let op!
- Geef acht!
- Pas op!
- Kijk uit.