Examples of using "Trink" in a sentence and their dutch translations:
Drink!
Drink.
Drink je melk op.
Drink dit!
Drink het op!
Drink iets.
Drink melk!
Drink water.
- Drink water!
- Drink wat water!
Drink je melk op.
Eet en drink.
Drink je melk.
Drink meer water.
- Alsjeblieft, drink wat!
- Alsjeblieft, neem een slokje!
Drink geen alcohol.
Drink melk!
Neem nog een biertje.
Drink niet zoveel bier.
Drink minder en slaap meer.
Drink een glaasje water.
Drink iets.
Niet te veel hout, oké?
Eet en drink.
Eet veel brood, drink een beetje wijn!
- Alsjeblieft, drink wat!
- Alsjeblieft, neem een slokje!
Drink geen bier vooraleer te gaan slapen.
Drink je koffie voor die koud wordt!
Drink het water niet uit het vuile glas!
Als je erop staat, drink ik er nog een.
Drink het water niet!
Drink het op!
Drink toch wat koffie. Het smaakt zeer goed, vind ik.
Drink dat niet!
Drink wat water.
Drink dit sap!
Drink wat thee.
- Neem nog een kopje.
- Neem nog een kop.