Examples of using "Toilette" in a sentence and their dutch translations:
De wc is boven.
Ik zoek de wc.
- Waar is het toilet?
- Waar is de wc?
Ik moet naar de wc.
Kunnen jullie een toilet repareren?
Ik wil naar de wc.
Mag ik naar de wc gaan?
Mag ik van uw wc gebruikmaken?
Hij is op het toilet.
Mag ik van uw wc gebruikmaken?
Spoel nooit medicijnen door het toilet.
Het toilet bevindt zich achter de trap.
Excuseer, ik ga naar even het toilet.
Tom spoelde drugs door het toilet.
Ik ga alle dertig minuten naar de wc.
Is er een toilet vlakbij?
Wacht even, ik moet naar de wc.
Wacht even, ik wil naar de wc.
- Waar is het toilet?
- Waar is de wc?
Waar is het toilet?
De ingang van het toilet is erg vies.
Ik moet nodig plassen en kan geen wc vinden.
Ze zit op de wc.
Het spijt me, maar ik moet heel dringend naar het toilet.
- Waar is het toilet?
- Waar is de wc?
- Waar is de badkamer?
Waar is de wc?
Waar is het toilet?
in plaats met van degenen die seks willen hebben in het toilet van een 747.
- Is er een toilet vlakbij?
- Is er hier ergens een toilet?
Ik ga alle dertig minuten naar de wc.
- Waar is het toilet?
- Waar is de wc?
- Waar is het toilet?
- Waar is de plee?
- Waar is de wc?
Ik ga alle dertig minuten naar de wc.