Translation of "Schreib" in Dutch

0.008 sec.

Examples of using "Schreib" in a sentence and their dutch translations:

- Schreib mir bald!
- Schreib bald!

Schrijf me snel!

- Schreib doch etwas.
- Schreib etwas!

Schrijf iets.

- Schreib Klartext!
- Schreib klare Texte!

Schrijf duidelijk!

Schreib bald!

Schrijf me snel!

Schreib mir!

Schrijf me.

Schreib es!

Schrijf het!

Schreib etwas!

Schrijf iets.

Schreib mir bald!

Schrijf me snel!

Schreib mir etwas.

Schrijf me iets.

Schreib das auf.

Schrijf dat op.

Schreib es nieder.

Schrijf dit op.

Schreib mir, bitte.

Schrijf mij alstublieft.

- Bitte schreib mit einem Füllfederhalter.
- Schreib bitte mit Füller.

Schrijf alstublieft met een pen.

- Schreib sofort an ihn!
- Schreib ihm sofort einen Brief!

Schrijf hem onmiddellijk!

Schreib es hier hin.

Schrijf het hier alstublieft.

Schreib seine Adresse auf!

Schrijf zijn adres op.

Bitte schreib bald zurück.

Schrijf alsjeblieft gauw terug.

Schreib nicht mit Tinte.

Schrijf niet met inkt.

Schreib es mit Bleistift!

Schrijf het met potlood.

Schreib mit einem Kugelschreiber!

Schrijf met een pen.

Bitte schreib mit einem Füllfederhalter.

Schrijf alstublieft met een pen.

Komm und schreib deinen Namen.

Kom en schrijf uw naam.

Schreib es bitte hier hin.

Schrijf het hier alstublieft.

Schreib mir, sobald du da bist.

Schrijf me zodra je er bent.

Schreib deinen Namen hier unten hin.

Schrijf je naam hier op.

Schreib deinen Namen mit dem Bleistift!

Schrijf uw naam met potlood.

- Schreib mir!
- Schreiben Sie mir!
- Schreibt mir!

Schrijf me.

- Schreib weiter.
- Schreibt weiter.
- Schreiben Sie weiter.

Blijf schrijven.

- Schreib sofort an ihn!
- Schreibe ihm sofort.

Schrijf hem onmiddellijk!

Schreib mir bitte einen Brief, wenn du angekommen bist.

Schrijf mij a.u.b. een brief na uw aankomst.

- Bitte schreib das ab.
- Bitte schreibt das ab.
- Bitte schreiben Sie das ab.

Kopieer dit alstublieft.

- Schreiben Sie hierher Ihren Namen!
- Schreibe hierher deinen Namen!
- Schreib hier deinen Namen auf.

- Schrijf je naam hier op.
- Noteer je naam hier.

- Schreib deinen Namen in Großbuchstaben.
- Schreiben Sie Ihren Namen bitte in Großbuchstaben.
- Schreiben Sie Ihren Namen in Großbuchstaben.

- Schrijf uw naam in hoofdletters.
- Schrijf je naam in hoofdletters.
- Schrijf jullie naam in hoofdletters.

- Bitte schreibe nieder was ich sagen werde.
- Schreiben Sie bitte auf, was ich sage.
- Schreibe bitte auf, was ich sage.
- Schreib bitte auf, was ich sage.
- Schreibt bitte auf, was ich sage.

Schrijf op wat ik zeg, alsjeblieft.