Examples of using "Persönlich" in a sentence and their dutch translations:
Neem het niet persoonlijk.
- Hij is zelf gekomen.
- Hij kwam zelf.
- Hij kwam persoonlijk.
Dat is persoonlijk.
die ik persoonlijk opvat,
Dat is te persoonlijk.
Hij ging er persoonlijk naartoe.
Ik kende Tom persoonlijk.
Ik ken haar persoonlijk.
Tom heeft me persoonlijk uitgenodigd.
Hij nodigde mij persoonlijk uit.
Je zou hem beter persoonlijk aanspreken.
Ik ben blij je eindelijk in levenden lijve te ontmoeten.
- Ik heb de president zelf ontmoet.
- Ik heb de president persoonlijk ontmoet.
Ik zal jou persoonlijk bezoeken.
Ik zal daar persoonlijk voor zorgen.
Hij wil met jou persoonlijk spreken.
Weet je, dit ligt wat gevoelig,
Eindelijk hebben ze elkaar persoonlijk ontmoet.
Ik heb persoonlijk nooit een ufo gezien.
Ik ben bang dat je zelf moet gaan.
Slechts 40 procent van de mensen denkt dat het ons persoonlijk zal raken.
Ik zeg je dat ik persoonlijk tegen abortus ben.
Ik heb van hem gehoord maar ik ken hem niet persoonlijk.
Als mens kan ik echter mijn ervaringen niet ontkennen.
Garde en leidde persoonlijk een bajonetaanval in de Slag bij Montmirail.
Ik zelf hou erg van de lente, ik heb nooit van de zomer gehouden.
Het was de eerste keer dat ze elkaar in acht jaar ontmoetten.
waarbij hij 's nachts de bevroren rivier de Dnjepr overstak en persoonlijk mannen van de rivier toen
inspireerde de troepen van het Tiende Korps door persoonlijk één tegenaanval te leiden. Na de
Hij had vier paarden gedood onder hem, en leidde persoonlijk de laatste, gedoemde aanval van
Neen, ik ken hem niet. Ik weet welteverstaan wie hij is maar ik ken hem niet persoonlijk.