Translation of "Eingeladen" in Dutch

- Warst du eingeladen?
- Waren Sie eingeladen?
- Wart ihr eingeladen?

- Was je uitgenodigd?
- Was u uitgenodigd?
- Waren jullie uitgenodigd?

- Hast du ihn eingeladen?
- Habt ihr ihn eingeladen?
- Haben Sie ihn eingeladen?

Heb je hem uitgenodigd?

- Fast jeder wurde eingeladen.
- Fast jeder war eingeladen.

Bijna iedereen was uitgenodigd.

Ich war eingeladen.

Ik was uitgenodigd.

Bin ich eingeladen?

Ben ik uitgenodigd?

Wart ihr eingeladen?

Waren jullie uitgenodigd?

Warst du eingeladen?

Was je uitgenodigd?

- Tom ist nicht eingeladen worden.
- Tom wurde nicht eingeladen.

Tom was niet uitgenodigd.

- Alle waren eingeladen, nur ich nicht.
- Außer mir war jeder eingeladen.
- Jeder außer mir war eingeladen.

Met uitzondering van mij was iedereen uitgenodigd.

- Sie hat Sie alle eingeladen.
- Sie hat euch alle eingeladen.

Zij heeft jullie allemaal uitgenodigd.

- Wie viele Leute hast du eingeladen?
- Wie viele Personen haben Sie eingeladen?
- Wie viel Leute hast du eingeladen?
- Wie viel Leute habt ihr eingeladen?
- Wie viel Leute haben Sie eingeladen?

Hoeveel mensen heb je uitgenodigd?

Hast du ihn eingeladen?

Heb je hem uitgenodigd?

Fast jeder war eingeladen.

Bijna iedereen was uitgenodigd.

Tom ist nicht eingeladen.

Tom is niet uitgenodigd.

- Außer mir war jeder eingeladen.
- Alle wurden eingeladen, nur ich nicht.

Met uitzondering van mij was iedereen uitgenodigd.

- Alle waren eingeladen, nur ich nicht.
- Alle wurden eingeladen, nur ich nicht.

Met uitzondering van mij was iedereen uitgenodigd.

- Danke, dass Sie mich eingeladen haben.
- Danke, dass du mich eingeladen hast!

Bedankt voor de uitnodiging.

- Er wird nie auf Feiern eingeladen.
- Er wird nie zu Partys eingeladen.

Hij wordt nooit uitgenodigd op feestjes.

Weil er mich eingeladen hat.

Omdat hij me uitnodigde.

Ich bin zum Mittagessen eingeladen.

Ik ben uitgenodigd voor het middageten.

Tom hat mich persönlich eingeladen.

Tom heeft me persoonlijk uitgenodigd.

Außer mir war jeder eingeladen.

Met uitzondering van mij was iedereen uitgenodigd.

Er hat mich persönlich eingeladen.

Hij nodigde mij persoonlijk uit.

Wir sind zum Abendessen eingeladen.

We zijn uitgenodigd voor het avondeten.

Ich habe meine Freunde eingeladen.

Ik heb mijn vrienden uitgenodigd.

- Wer hat dich auf die Feier eingeladen?
- Wer hat euch auf die Feier eingeladen?
- Wer hat Sie auf die Feier eingeladen?

- Wie heeft je uitgenodigd voor het feest?
- Wie heeft u uitgenodigd voor het feest?
- Wie heeft jullie uitgenodigd voor het feest?

- Ich habe meinen Nachbarn zum Abendessen eingeladen.
- Ich habe meine Nachbarn zum Abendessen eingeladen.

Ik heb mijn buren uitgenodigd voor het avondmaal.

Ich habe sie zur Party eingeladen.

Ik heb hen uitgenodigd voor het feest.

Sie wurde zu einer Party eingeladen.

Ze was uitgenodigd voor een feestje.

Ich war zu ihrer Hochzeit eingeladen.

Ik ben uitgenodigd op hun huwelijksfeest.

Ich werde selten auf Feiern eingeladen.

Ik word maar zelden op feestjes uitgenodigd.

Ich habe alle meine Freunde eingeladen.

Ik heb al mijn vrienden uitgenodigd.

Tom hat uns zum Mittagessen eingeladen.

Tom nodigde ons uit voor de lunch.

Ich werde selten zu Feiern eingeladen.

Ik word maar zelden op feestjes uitgenodigd.

Wir haben sie zum Abendessen eingeladen.

We nodigden hen uit voor het avondeten.

- Warum hast du Tom auf die Party eingeladen?
- Warum habt ihr Tom auf die Party eingeladen?
- Warum haben Sie Tom auf die Party eingeladen?

- Waarom heb je Tom uitgenodigd voor het feestje?
- Waarom hebben jullie Tom uitgenodigd voor het feestje?

- Ich freue mich, dass du mich eingeladen hast!
- Ich freue mich, dass ihr mich eingeladen habt!
- Ich freue mich, dass Sie mich eingeladen haben!

Ik ben blij dat je me uitgenodigd hebt.

Wir anderen sind nicht zur Party eingeladen.

Verder neemt niemand deel in dat gesprek.

Vielen Dank, dass du mich eingeladen hast!

Heel erg bedankt voor de uitnodiging.

Meine Freunde haben mich zum Abendessen eingeladen.

Mijn vrienden hebben mij uitgenodigd voor het avondeten.

Ich habe meinen Nachbarn zum Abendessen eingeladen.

Ik heb mijn buren voor het diner uitgenodigd.

Ich wurde von einem alten Freund eingeladen.

Ik werd door een oude vriend uitgenodigd.

Ich habe meine Nachbarn zum Abendessen eingeladen.

Ik heb mijn buren uitgenodigd voor het avondeten.

Mein Chef hat mich zum Abendessen eingeladen.

Mijn baas nodigde me uit voor een etentje.

Sie hat mich zu sich nach Hause eingeladen.

Ze nodigde me uit bij haar thuis.

Warum habt ihr Tom auf die Party eingeladen?

- Waarom heb je Tom uitgenodigd voor het feestje?
- Waarom hebben jullie Tom uitgenodigd voor het feestje?

Ein paar Freunde haben mich zum Abendessen eingeladen.

Een paar vrienden hebben me voor het avondeten uitgenodigd.

- Ich kann mich nicht erinnern, dich hierher eingeladen zu haben.
- Ich kann mich nicht erinnern, euch hierher eingeladen zu haben.
- Ich kann mich nicht erinnern, Sie hierher eingeladen zu haben.

Ik kan me niet herinneren jou hier te hebben uitgenodigd.

Vielen Dank, dass Sie uns zum Abendessen eingeladen haben.

Hartelijk dank omdat u ons voor het avondeten hebt uitgenodigd.

Wie viele Leute hast du auf deine Feier eingeladen?

- Hoeveel mensen heb je uitgenodigd op je feestje?
- Hoeveel mensen heb je uitgenodigd voor je feestje?

- Danke für die Einladung!
- Danke, dass du mich eingeladen hast!

Ik ben dankbaar voor de uitnodiging.

Ich habe ihn herzlich eingeladen, aber er ist noch nicht gekommen.

Ik heb hem hartelijk uitgenodigd, maar hij is nog niet gekomen.

Der König hat nicht nur uns eingeladen, sondern auch mehrere andere Leute.

De koning heeft niet alleen ons uitgenodigd maar ook vele andere mensen.

- Meine Freunde haben mich zum Abendessen eingeladen.
- Meine Freunde luden mich zum Essen ein.

Mijn vrienden hebben mij uitgenodigd voor het avondeten.