Translation of "Licht" in Dutch

Licht aus!

- Schakel het licht uit.
- Maak het licht uit.
- Doe het licht uit.

- Wasser reflektiert Licht.
- Wasser spiegelt Licht wider.

Water reflecteert licht.

Es werde Licht!

Laat er licht zijn!

Ich brauche Licht.

Ik heb licht nodig.

- Schalte bitte das Licht aus.
- Bitte löschen Sie das Licht.
- Mach bitte das Licht aus.
- Mach das Licht aus, bitte.

- Doe het licht uit alstublieft.
- Doe het licht uit, alstublieft.

- Lass das Licht an!
- Lassen Sie das Licht an!

- Laat het licht aan.
- Laat het licht aan!

- Soll ich das Licht aufdrehen?
- Willst du, dass ich das Licht einschalte?
- Soll ich das Licht einschalten?
- Soll ich das Licht anmachen?

Wil je dat ik het licht aandoe?

- Plötzlich ging das Licht an.
- Das Licht ging plötzlich an.

Het licht ging plotseling aan.

- Wer hat das Licht ausgeschaltet?
- Wer hat das Licht ausgemacht?

- Wie deed het licht uit?
- Wie heeft het licht uitgedaan?

- Darf ich das Licht ausschalten?
- Kann ich das Licht ausschalten?

- Mag ik het licht uitdoen?
- Kan ik het licht uitdoen?

- Jemand hat das Licht angelassen.
- Einer hat das Licht angelassen.

Iemand heeft het licht aan gelaten.

- Soll ich das Licht einschalten?
- Soll ich das Licht anmachen?

Wil je dat ik het licht aandoe?

- Schalte bitte das Licht aus.
- Mach das Licht aus, bitte.

- Doe het licht uit, alsjeblieft.
- Doe het licht uit, alstublieft.

- Bitte löschen Sie das Licht.
- Könntest du das Licht ausschalten?

- Wil je het licht uitdoen alsjeblieft?
- Kan je het licht uitdoen?
- Kan je het licht even uitdoen?

- Mach bitte das Licht aus.
- Mach das Licht aus, bitte.

Doe het licht uit, alstublieft.

Da vorne ist Licht.

Kijk, er is een licht.

Wenn das Licht schwindet...

...ontwaken er 's nachts...

Schwarze Stoffe absorbieren Licht.

Zwarte stoffen absorberen het licht.

Das Licht ging an.

Het licht ging aan.

Ein Spiegel reflektiert Licht.

Een spiegel reflecteert licht.

Das Licht war an.

Het licht was aan.

Schalte das Licht aus.

Doe het licht uit.

Mach das Licht aus!

- Schakel het licht uit.
- Doe het licht uit.

Schwarzes Papier absorbiert Licht.

Zwart papier absorbeert licht.

Dieses Licht ist grün.

Dat licht is groen.

Das Licht ist an.

Het licht is aan.

Dieses Licht ist gelblicher.

- Dit licht is meer gelig.
- Dit licht is meer geelachtig.

Lass das Licht an!

Laat het licht aan!

- Plötzlich ging das Licht aus.
- Auf einmal ging das Licht aus.

- Ineens ging het licht uit.
- Plots ging het licht uit.

- Er vergaß, das Licht auszumachen.
- Er hat vergessen, das Licht auszumachen.

Hij vergat het licht uit te doen.

- Das Licht ging von alleine aus.
- Das Licht ging von selbst aus.

Het licht ging vanzelf uit.

- Alle Pflanzen brauchen Wasser und Licht.
- Jede Pflanze braucht Wasser und Licht.

Alle planten hebben water en licht nodig.

- Ich habe vergessen, das Licht auszuschalten.
- Ich habe vergessen, das Licht auszumachen.

Ik ben vergeten het licht uit te doen.

- Soll ich das Licht anlassen?
- Willst du, dass ich das Licht anlasse?

- Wil je dat ik het licht aanlaat?
- Moet ik het licht aanlaten?

...kehrt nun das Licht zurück.

...keert nu het licht terug.

Schalte bitte das Licht an.

- Doe alsjeblieft het licht aan.
- Doe het licht aan, alsjeblieft.

Denke daran, das Licht auszumachen.

Vergeet niet het licht uit te doen.

Plötzlich ging das Licht aus.

- Ineens ging het licht uit.
- Plots ging het licht uit.

Tom schaltete das Licht ein.

Tom deed het licht aan.

Warum ist das Licht an?

- Waarom is het licht aan?
- Waarom is de lamp aan?

Sie schaltete das Licht an.

- Ze deed het licht aan.
- Zij heeft het licht aangedaan.

Mach das Licht aus, bitte.

- Doe het licht uit, alsjeblieft.
- Doe het licht uit, alstublieft.

Ich kann das Licht sehen.

- Ik kan het licht zien.
- Ik zie een licht.

Soll ich das Licht anlassen?

Moet ik het licht aanlaten?

Darf ich das Licht ausschalten?

Mag ik het licht uitdoen?

Er schaltete das Licht an.

Hij deed het licht aan.

Tom schaltete das Licht aus.

- Tom deed het licht uit.
- Tom heeft het licht uitgedaan.

Er vergaß, das Licht auszumachen.

Hij vergat het licht uit te doen.

Vergiss nicht, das Licht auszumachen.

Vergeet niet het licht uit te doen.

Kann ich das Licht ausschalten?

Mag ik het licht uitdoen?

Wer hat das Licht ausgemacht?

- Wie deed het licht uit?
- Wie heeft het licht uitgedaan?

Bitte löschen Sie das Licht.

Doe het licht uit, alstublieft.

- Wärest du so lieb, das Licht einzuschalten?
- Wären Sie so lieb, das Licht einzuschalten?

Wilt u zo vriendelijk zijn om het licht aan te doen?

Dadurch fluoreszieren sie in ultraviolettem Licht.

...die ze fluorescerend maakt in ultraviolet licht.

UV-Licht macht versteckte Jäger sichtbar.

Ultraviolet licht onthult verborgen jagers.

Beide sehen im künstlichen Licht gut.

Ze kunnen beide goed zien in kunstlicht.

Ihre Proteine absorbieren schädliches UV-Licht

De pigmenten absorberen schadelijk ultraviolet licht...

Licht- und Lärmverschmutzung verändern den Lebensrhythmus.

Licht- en geluidsvervuiling verandert het levensritme.

Die Bestechung kam an´s Licht.

De omkoping kwam aan het licht.

Ich sah ein weit entferntes Licht.

Ik zag heel ver weg een licht.

Könnten Sie bitte das Licht anschalten?

- Zou u alstublieft het licht willen aandoen?
- Kan je het licht aandoen?

Es gibt kein Licht ohne Schatten.

Er bestaat geen licht zonder schaduw.

Wo Licht ist, ist auch Schatten.

Waar licht is, is ook schaduw.