Examples of using "Lass'" in a sentence and their dutch translations:
Laat maar.
- Laat het achter.
- Laat het liggen.
- Geef het op!
- Laat maar!
- Laat het!
- Laat maar zitten!
Laat mij alstublieft betalen.
Laat mij betalen.
Laat me los!
Laat zien.
- Laat het achter.
- Laat het liggen.
- Laat het!
Laat het.
Laat haar met rust.
- Vergeet het maar!
- Laat maar!
- Laat mij eens proberen.
- Laat mij het proberen.
Laat me eens proberen.
Laat me even kijken.
Laten we tv kijken.
Laat me eens proberen.
Laat ons met rust.
- Laat me niet alleen!
- Laat mij niet alleen!
Laat hen met rust.
- Laat me niet alleen!
- Laat mij niet alleen!
Laten we iets proberen!
- Laat me met rust!
- Laat me met rust.
Laten we teruggaan.
Laat ons spelen.
Laat ze binnen.
- Haal hem hierheen.
- Breng hem naar hier.
Laten we dansen.
Laat me binnen.
Laat mij betalen.
Stop met spelletjes spelen!
Hou op met die onzin!
Laat me sterven.
Laten we eens kijken!
Laat me uitspreken.
- Laat dat daar maar zitten.
- Leg dat daar neer.
- Laat hem vrij.
- Laat hem vrij!
Laat mij spreken.
- Laat me naar je kijken!
- Laat me je bekijken!
- Laten we je eens bekijken!
Laat haar los!
Sla het over.
Laten we verder gaan.
Laten we uitgaan.
Laat ons praten.
Laten we maar gewoon beginnen.
Laat mij alleen!
Laat me los!
Laat me gaan!
Laat me eruit!
Laat hem binnen.
Neem de tijd.
- Laat me het proberen.
- Laat me eens proberen.
- Genoeg zo!
- Laat het met rust!
Laat hem alleen.
Laat ons zwemmen.
Laat me helpen.
Laat Tom spreken.
Laat Tom vrij.
Laten we tv kijken.
Laat het daar!
Laat maar zitten.
Laat dat dicht.
Laat hem uitspreken.
Laat me blijven.
Laat mij betalen.
Laat maar zitten.