Translation of "Korb" in Dutch

- Lege alles in meinen Korb.
- Legen Sie alles in meinen Korb.

- Leg alles in mijn mand.
- Leg alles in mijn korf.

Sie trug einen Korb voller Blumen.

Ze droeg een korf vol bloemen.

Die Katze ist in ihrem Korb.

De kat ligt in haar mandje.

Maria stellte den Korb auf den Tisch.

Maria zette de mand op de tafel.

Es waren viele faule Äpfel im Korb.

- Er waren veel rotte appels in de mand.
- Er waren nogal wat rotte appels in de mand.

Es waren einige faule Äpfel im Korb.

Er waren nogal wat rotte appels in de mand.

In dem Korb sind ein paar Äpfel.

In het mandje zitten een paar appels.

Sie brachte einen Korb voller Blumen mit.

Ze droeg een korf vol bloemen.

Und zog den Korb mit dem begehrten Essen hervor.

en trok het mandje met eten dat ze wilde uit het kastje.

Ein fauler Apfel im Korb verdirbt alle guten Früchte.

Een rotte appel in de mand maakt al het gave fruit te schand.

Der Korb war bis zum Rand gefüllt mit Erdbeeren.

- De mand zat tot de rand toe vol met aardbeien.
- De mand was tot de nok toe vol met aardbeien.