Examples of using "Kioto" in a sentence and their dutch translations:
Ik ga naar Kyoto.
Ik ga naar Kyoto.
Morgen komt hij aan in Kioto.
Kioto is een voormalige hoofdstad van Japan.
Hij is zaterdag aangekomen in Kyoto.
Ik ben een keer naar Kioto gegaan.
Ik heb Kioto driemaal bezocht.
- Kioto is de vroegere hoofdstad van Japan.
- Kioto is een voormalige hoofdstad van Japan.
Ze heeft twee zusters. Ze wonen allebei in Kioto.
Hij heeft daar tien jaar gewoond, en dan is hij verhuisd naar Kioto.
Morgen komt hij aan in Kioto.
Ze heeft niet veel vrienden in Kyoto.