Translation of "Kioto" in Dutch

0.007 sec.

Examples of using "Kioto" in a sentence and their dutch translations:

- Ich fahre nach Kioto.
- Ich werde nach Kioto gehen.

Ik ga naar Kyoto.

Ich gehe nach Kioto.

Ik ga naar Kyoto.

Morgen kommt er in Kioto an.

Morgen komt hij aan in Kioto.

Kioto war die einstige Hauptstadt Japans.

Kioto is een voormalige hoofdstad van Japan.

Samstags kam er in Kioto an.

Hij is zaterdag aangekomen in Kyoto.

Ich bin einmal nach Kioto gegangen.

Ik ben een keer naar Kioto gegaan.

Ich habe Kioto drei Mal besucht.

Ik heb Kioto driemaal bezocht.

Kioto ist die ehemalige Hauptstadt Japans.

- Kioto is de vroegere hoofdstad van Japan.
- Kioto is een voormalige hoofdstad van Japan.

Er hat zwei Schwestern. Beide wohnen in Kioto.

Ze heeft twee zusters. Ze wonen allebei in Kioto.

Dort lebte er zehn Jahre, bevor er nach Kioto zog.

Hij heeft daar tien jaar gewoond, en dan is hij verhuisd naar Kioto.

- Er kommt morgen in Kyoto an.
- Morgen kommt er in Kioto an.

Morgen komt hij aan in Kioto.

- Sie hat nicht viele Freunde in Kyōto.
- Wenige Freunde von ihm leben in Kyōto.
- Ein paar seiner Freunde leben in Kioto.

Ze heeft niet veel vrienden in Kyoto.