Examples of using "Küssten" in a sentence and their dutch translations:
De geliefden kusten elkaar.
Zij zoenden.
De geliefden kusten elkaar.
- We hebben maar één keer gezoend.
- We hebben elkaar maar één keer gezoend.
Ik zag ze kussen.
Vele soldaten gaven hun vrouw een afscheidskus.
Vele van de soldaten gaven hun echtgenoten een afscheidskus.
Vele soldaten gaven hun vrouw een afscheidskus.