Translation of "Hinaus" in Dutch

Ich ging hinaus.

Ik ging uit.

Und effiziente Lösungen hinaus.

en krachtige oplossingen.

Worauf willst du hinaus?

- Waar wil je heen?
- Waar willen jullie heen?
- Waar wilt u heen?

Das läuft aufs Gleiche hinaus.

- Het maakt niets uit.
- Het maakt geen verschil!

Trag bitte den Tisch hinaus.

Draag alstublieft de tafel naar buiten.

- Sie ging raus.
- Sie ging hinaus.

- Ze is weg.
- Ze is vertrokken.

- Er ging raus.
- Er ging hinaus.

Hij ging naar buiten.

Trotz des Regens ging ich hinaus.

Ondanks de regen ben ik naar buiten gegaan.

Da geht es aus der Schlucht hinaus.

Dit is de weg uit de kloof.

Darüber hinaus ist Displate ein umweltbewusstes Unternehmen,

Bovendien is Displate een milieubewust bedrijf

Er steckte seinen Kopf zum Fenster hinaus.

Hij stak zijn hoofd door het venster.

Ich habe darüber hinaus nichts zu sagen.

Ik heb niets anders te zeggen.

Darüber hinaus gibt es noch andere Gründe.

Daarenboven zijn er ook nog andere redenen.

Und darüber hinaus gibt es hier überall Krabben.

En daarnaast... ...zit het hier vol met krabben.

Bis hin zu den Weltkriegen und darüber hinaus abdecken .

tot de wereldoorlogen en verder.

- Ich ging aus.
- Ich ging hinaus.
- Ich bin ausgegangen.

Ik ging uit.

Gerade als er hinaus gehen wollte, begann ein Erdbeben.

Net toen hij wilde uitgaan, begon er een aardbeving.

- Was willst du damit sagen?
- Worauf willst du hinaus?

Wat probeer je te zeggen?

Er ging zur Tür hinaus und kam niemals wieder.

Hij liep de deur uit en kwam nooit meer terug.

Es ist leicht zu machen und darüber hinaus noch günstig.

Het is eenvoudig te maken en goedkoop.

Die Birkenrinde wäre eine bessere Wahl gewesen. Wir müssen wieder zurück hinaus.

Berkenbast was misschien beter geweest. We moeten er weer uit, kom op.

- Trotz des Regens ging ich raus.
- Trotz des Regens ging ich hinaus.

Ondanks de regen ben ik naar buiten gegaan.

Das geht bei ihm zum einen Ohr hinein und zum anderen wieder hinaus.

Het gaat bij hem het ene oor in, het andere weer uit.

Zwei verwirrte Spatzen flogen durch die Tür hinein und durch das Fenster hinaus.

Twee verwarde mussen vlogen binnen langs de deur en buiten langs het raam.

Die Flut treibt die befruchteten Eier fort von den hungrigen Mäulern des Riffs. Hinaus in tiefere Gewässer.

Het tij voert de bevruchte eitjes weg van de hongerige monden van het rif. Het diepe water in.

- Zwei verwirrte Spatzen flogen durch die Tür hinein und durch das Fenster hinaus.
- Zwei verwirrte Spatzen flogen durch die Tür herein und durch das Fenster heraus.
- Zwei verwirrte Spatzen flogen zur Tür hinein und zum Fenster hinaus.

Twee verwarde mussen vlogen binnen langs de deur en buiten langs het raam.

Solche Sätze versteht ein normaler Mensch gar nicht. Sie gehen zum einen Ohr hinein und zum anderen wieder hinaus.

Zulke zinnen verstaat een normaal mens helemaal niet. Ze gaan het ene oor in en het andere weer uit.

- Ich bin trotz des Regens vor die Tür gegangen.
- Trotz des Regens ging ich raus.
- Trotz des Regens ging ich hinaus.

Ondanks de regen ben ik naar buiten gegaan.

- Was willst du damit sagen?
- Worauf willst du hinaus?
- Was meinst du damit?
- Was wollt ihr damit sagen?
- Was wollen Sie damit sagen?
- Was meinen Sie damit?
- Was meint ihr damit?

Wat wil je daarmee zeggen?