Examples of using "Gereizt" in a sentence and their dutch translations:
- Hij werd geïrriteerd.
- Hij raakte geïrriteerd.
Hij werd kwaad.
Word jij soms pissig zonder een echte reden?
Vergeef mij, ik ben moe en prikkelbaar.
Hij zei dat hij gewond raakte omdat het luipaard geïrriteerd was.