Examples of using "Flammen" in a sentence and their dutch translations:
Belucht de vlammen.
Mijn huis was aan het branden.
Zijn huis stond in brand.
Het gebouw staat in brand.
Het huis staat in brand!
Het schip ging in vlammen op.
Tom! De auto staat in brand!
...maar er is ook iets magisch aan staren in de vlammen.
De brandweerman kon het vuur niet blussen.
De vulkaan spuwt vlammen en lava uit.
- Het bed staat in brand!
- Het bed staat in vlammen!
Het huis staat in brand!
In een mum van tijd stond de Sint-Pauluskerk in lichterlaaie.