Examples of using "Essbar" in a sentence and their dutch translations:
Zijn zeesterren eetbaar?
- Deze plant is eetbaar.
- Deze plant kan men eten.
...en die is wel eetbaar.
Deze paddenstoelen zijn niet eetbaar.
Ze zijn prima te eten... ...vol met eiwitten.
- Deze plant is eetbaar.
- Deze plant kan men eten.