Examples of using "Englischlehrer" in a sentence and their dutch translations:
Hij is leraar Engels.
Hij is onze leraar Engels.
Meneer Brown is onze leraar Engels.
Onze leraar Engels is altijd op tijd.
Mijnheer Tanaka is onze leraar Engels.
Ik ben leraar Engels.
Mijn leraar Engels heeft mij aangeraden deze boeken te lezen.
Mijn leraar Engels heeft mij aangeraden deze boeken te lezen.
Mijn leraar Engels heeft mij aangeraden deze boeken te lezen.
De man waar ik mee aan het praten was is mijn leerkracht Engels.
Ik hoorde dat de nieuwe leraar Engels een knappe man is, die op Tom Cruise lijkt.